Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal den vorst opleggen te [offeren] de brandofferen, en het spijsoffer, en het drankoffer, op de feesten, en op de nieuwe maanden, en op de sabbatten, [43]op alle gezette hoogtijden van het huis Israels; hij zal het zondoffer, en het spijsoffer, en het brandoffer, en de dankofferen [44]doen, om verzoening te doen voor het huis Israels. 42. Hebreeuws, op den vorst zal zijn; dat is, het zal zijn plicht zijn. 43. Of, in alle gezette bijeenkomsten. 44. Of, bereiden; dat is geven, aanbrengen, laten toemaken.